Persbericht

David Clarinval stelt een uitzonderlijke begrotingsprovisie van 1 miljard euro voor om het coronavirus te bestrijden.

De wereldwijde gezondheidscrisis die door het coronavirus wordt veroorzaakt, zal ook aanzienlijke socio-economische gevolgen hebben. Zowel voor de begroting van de gezondheidszorg als voor de werknemers en bedrijven die worden getroffen door de uitzonderlijke maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad donderdag al heeft goedgekeurd. In het kader van de Staatsbegroting voor de maanden april, mei en juni, waarover maandag in de Kamercommissie wordt gestemd, stelt Vice-eersteminister en minister van Begroting David Clarinval een uitzonderlijke provisie van 1 miljard euro voor. Deze zal de Staat in staat stellen om zeer snel over te gaan tot de essentiële uitgaven om de gezondheid van de burgers te beschermen, maar ook om de gevolgen van de aangekondigde beslissingen tot sluitingen te dragen.

De Commissie voor Financiën en Begroting van de Kamer stemt deze maandagmiddag over de Staatsbegroting voor de maanden april, mei en juni. Vice-eersteminister en minister van Begroting David Clarinval stelt voor om onmiddellijk een uitzonderlijke provisie van 1 miljard euro in de interdepartementale reserve op te nemen, zodat de federale regering zeer snel kan overgaan tot uitgaven in de strijd tegen het coronavirus. Het gaat hierbij natuurlijk om de noodzakelijke maatregelen op het gebied van de gezondheidszorg. Met dit geld moeten echter ook essentiële beslissingen worden genomen om de werknemers en bedrijven te helpen en te ondersteunen die worden getroffen door de uitzonderlijke maatregelen die donderdag reeds genomen zijn door de Nationale Veiligheidsraad.

"Sinds het begin van de coronaviruscrisis heb ik er sterk op aangedrongen dat de gezondheid van onze burgers voorrang zou krijgen op financiële overwegingen. De recente ontwikkelingen versterken deze overtuiging", legt David Clarinval uit.

"Deze maandag moet de Kamer in de commissie stemmen over de begrotingskredieten voor de komende drie maanden", voegde de minister van Begroting eraan toe. "Laten we deze gelegenheid aangrijpen om er een eerste noodbegroting aan toe te voegen. Deze zal de regering in staat stellen om over te gaan tot alle nuttige gezondheids- of socio-economische uitgaven zonder tijd te verspillen. De Gewesten hebben ook maatregelen en budgetten voor hun bevoegdheden voorzien. Als later blijkt dat 1 miljard euro niet voldoende is, kunnen we het bedrag mits akkoord in het Parlement natuurlijk verder verhogen. Maar de regering zal in ieder geval onmiddellijk over de nodige financiële middelen beschikken om de gezondheid van onze inwoners te beschermen en om de sectoren en werknemers te helpen die worden getroffen door de belangrijke maar noodzakelijke maatregelen die reeds genomen zijn."