David Clarinval maakt nieuw zwangerschapsverlof onmiddellijk beschikbaar voor statutaire ambtenaren in het federaal openbaar ambt
David Clarinval, Vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken heeft een omzendbrief opgesteld waarin de regels voor de berekening van het moederschapsverlof voor statutaire ambtenaren in het federaal openbaar worden verduidelijkt. De wet van 12 juni 2020 had de periodes van onderbreking van de voorbevallingsrust die in aanmerking konden worden genomen, gewijzigd om de nabevallingsrust te verlengen. Deze nieuwe berekeningsmethode, die gunstiger is voor jonge moeders, was vanaf 1 maart van toepassing op werknemers in de privésector alsook de contractuelen van het federaal openbaar ambt. Er was echter enige verwarring over de toepassing ervan op federale statutaire ambtenaren. De omzendbrief van minister Clarinval heeft dit verduidelijkt door hen onmiddellijk hetzelfde nieuwe stelsel toe te kennen dat ook voor andere werknemers geldt.
De wet van 12 juni 2020 heeft een onrechtvaardigheid in verband met het zwangerschapsverlof rechtgezet. De tekst verleent nu 15 weken zwangerschapsverlof aan alle moeders, zelfs aan moeders die voor de geboorte niet konden werken. Voorheen verloor een zwangere vrouw die aan het eind van haar zwangerschap ziek werd, een deel van haar zwangerschapsverlof. Degenen die niet in staat waren om te werken - hetzij ontslagen, hetzij tijdelijk werkloos - tijdens de 6 weken voorafgaand aan de geboorte, kregen slechts 9 weken postnataal verlof voordat ze weer aan het werk moesten. Vrouwen die daarentegen tot een week voor de geboorte werkten, konden, als ze dat wensten, het niet-opgenomen prenatale verlof uitstellen. Zij genoten dus van een volledig zwangerschapsverlof voordat zij weer aan het werk gingen. Dit komt neer op 5 weken facultatief prenataal verlof + 1 week verplicht + 9 weken postnataal verlof.
De wet van 12 juni 2020 maakt een einde aan deze discriminatie. Hoewel de tekst onmiddellijk van toepassing was op werknemers uit de privésector en de contractuele personeelsleden van het federaal openbaar ambt, moest hij echter nog een technische fase doorlopen - de vertaling ervan in het statuut van de federale ambtenaren - vooraleer hij ook van toepassing kon zijn op de statutaire personeelsleden.
Zonder de komende reglementaire wijzigingen af te wachten, heeft de Minister van Ambtenarenzaken echter besloten een omzendbrief uit te vaardigen om te preciseren dat de bepalingen van de wet van 12 juni 2020 gelijkelijk en onmiddellijk van toepassing zijn op de statutaire personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
"De bedoeling van de wetgever was duidelijk: hij wilde dit nieuwe, gunstigere systeem toepassen op alle werkende moeders, ongeacht hun statuut", legt David Clarinval uit.
"Ik vond het echt onrechtvaardig om het niet meteen ook toe te passen op federale statutaire personeelsleden, omdat in hun geval een wijziging van het statutaire stelsel in gang moest worden gezet voordat het technisch mogelijk was, wat altijd een beetje tijd kost. In tussentijd wou ik niet dat sommige moeders aan het einde van hun zwangerschapsverlof zouden worden gestraft. Daarom heb ik besloten deze omzendbrief uit te brengen om het nieuwe systeem ook rechtstreeks op hen van toepassing te laten zijn."