Persbericht
17 juli 2018
Het Monitoringcomité heeft kunnen werken met volledige autonomie, bewustzijn en verantwoordelijkheid
De federale minister van Begroting, Sophie Wilmès, wendde zich vanochtend tot de parlementsleden die deel uitmaken van de parlementaire commissie Financiën & Begroting over de beschuldigingen die door de pers zijn geuit over mogelijke druk van de regering op de leden van het Monitoringcomité. De aanwezigheid van de minister maakt deel uit van de politieke verantwoordelijkheid van ministers; een beginsel dat vervat zit in de artikelen 100 en 101 van onze Grondwet.
De minister wilt graag het statuut van het Monitoringcomité in vergelijking tot het beeld dat werd opgehangen in de media verduidelijken:
"Het Monitoringcomité is geen instantie die vergelijkbaar is met het Rekenhof. het Federaal Planbureau of de Nationale Bank waarvan de statuten en missies worden bepaald door zowel de Belgische als de Europese regelgeving. Het betreft simpelweg een vergadering van topambtenaren die verantwoordelijk zijn voor het verzamelen van alle begrotingscijfers van de verschillende administraties om de regering bij te staan in haar werkzaamheden. Daarom is het heel normaal en noodzakelijk voor het goed functioneren van onze instellingen dat ministers - rechtstreeks of via hun kabinet - in dit verband regelmatig contact moeten hebben; wetende dat bepaalde overheidsmanagers zitting hebben in deze commissie. Dit helpt bij het ontwikkelen van een beter begrip van de begrotingssituatie en voedt de technische dialoog "
Met betrekking tot de meningsverschillen over de presentatie van de cijfers in het verslag van het Monitoringcomité, tempert minister Sophie Wilmès:
"Dit is niet de eerste keer dat we een verschil in mening opmerken binnen het Monitoringcomité. Het feit dat deze discrepantie zwart op wit staat in het rapport, toont de volledige bewegingsvrijheid die commissieleden hebben in hun vrijheid van meningsuiting. Deze ambtenaren, wier gevoeligheden en professionele achtergrond soms verschillend zijn, hebben, zoals altijd, kunnen werken met volledige autonomie, bewustzijn en verantwoordelijkheid."
Het Monitoringcomité geeft aan dat een inspanning van 2,66 miljard euro nodig is om te voldoen aan het traject zoals gedefinieerd in het Stabiliteitsprogramma, dat in april laatstleden aan de Europese Commissie werd overgemaakt. Per groep van experts wordt een lijn-per-lijn analyse van het rapport uitgevoerd:
"In haar rapport nemen de leden van het Monitoringcomité een aantal hypotheses aan die in wezen veronderstellingen zijn. Ik denk in het bijzonder aan het feit dat Belfius geen interimdividend uitkeerde terwijl dit al enkele jaren het geval is. Deze hypotheses, net omdat het veronderstellingen zijn, moeten ze daarom zeker tegen het licht worden gehouden, met het risico dat ze soms in twijfel worden getrokken. Deze aanpak maakt integraal deel uit van het algemene begrotingswerk. Dit is ook een bijkomend bewijs dat het Monitoringcomité niet de slaafse uitvoerder van de regering is. Als dat het geval zou zijn, zou deze laatste geen reden hebben om aan haar eigen hypotheses te twijfelen."
Tot slot benadrukte minister Sophie Wilmès dat het verzamelen van gegevens - essentieel voor het werk van de overheid - een uitgesponnen werk betreft en maakte ze van de gelegenheid gebruik om haar grootste respect en dankbaarheid uit te drukken aan iedereen die dit dagelijks mogelijk maakt en zeker op moeilijkere momenten, zoals de voorbereidingen van het conclaaf.