Hoezo... mannen op Begroting?
Gechoqueerd door deze vraag? Ik ook. “Hoezo… een vrouw op Begroting?” was nochtans de eerste vraag die mij gesteld werd bij mijn aantrede als minister van begroting in 2015.
Dat was nochtans in september 2015, niet tijdens de vorige eeuw. Het heeft me eraan herinnerd dat gelijke rechten voor mannen en vrouwen in België weliswaar een verworven recht zijn, maar dat dit niet betekent dat die gelijkheid er ook altijd in de feiten is. We hebben blijkbaar nog een lange weg te gaan in het beeld dat we hebben van de plaats van de vrouw in onze maatschappij.
Het feit dat ik een vrouw ben is bij mijn weten nog nooit een obstakel geweest in mijn professionele ontplooiing, maar ik stel vast dat dat niet de algemene regel is. Proactief beleid voeren – zoals bijvoorbeeld via het invoeren van quota - is een noodzaak. En ook al druist het principe van de quota principieel in tegen mijn liberale waarden, toch denk ik dat ze als overgangsfase nuttig zijn, ook al volstaan ze niet om veranderingen te bereiken. Ik denk bijvoorbeeld aan de talrijke hindernissen die dagdagelijks het combineren van werk en gezinsleven bemoeilijken, wat al te vaak de professionele ontwikkeling van vrouwen afremt.
“Een vrouw op Begroting?” Deze persoonlijke anekdote lijkt zo onbeduidend op Internationale Vrouwenrechtendag. Zowat overal ter wereld moet nog strijd gevoerd worden op het vlak van gelijkheid, of het nu gaat om pesterijen op straat, geweld tegen vrouwen of het in twijfel trekken van het recht voor vrouwen om vrij over hun lichaam te beschikken. Het nieuws leert ons dat de overwinningen – en die zijn er wel degelijk – onzeker blijven. Er gaan nog steeds stemmen op om rechten die we als definitief verworven beschouwden in twijfel te trekken. Daar dient 8 maart voor : ons eraan herinneren dat er nog werk aan de winkel is!