Achtergrond
24 februari 2016
Gedachtewisseling over de begroting 2015 in de Commissie
Gedachtewisseling over de begroting 2015 in de Commissie
Op woensdag 24 februari 2016 vond een gedachtewisseling plaats in de Commissie Financiën en Begroting met de minister van Financiën, Johan Van Overtveldt, de minister van Begroting belast met de Nationale Loterij, Sophie Wilmès en de volksvertegenwoordigers. Het debat draaide rond de resultaten van het begrotingsjaar 2015 zoals die geraamd werden in februari 2016 door de FOD Begroting.
Begrotingscommissie
Ter herinnering: de laatste raming vond plaats in het kader van de opmaak van de begroting 2016, in september 2015. De minister van Begroting heeft benadrukt dat de resultaten van het begrotingsjaar 2015 op dit ogenblik nog een raming vormen. De definitieve gedetailleerde jaarrekening voor 2015 wordt inderdaad op 30 september 2016 gepubliceerd door het INR.
Volgens deze raming is de FOD Budget en Beheerscontrole van oordeel dat de financieringsbehoefte voor de gezamenlijke Belgische overheid -2,7 % van het bruto binnenlands product (bbp) zou moeten bedragen in 2015 (tegenover -2,6 % in de algemene toelichting bij de begroting 2016).
Voor Entiteit I (federale staat en sociale zekerheid) zou men uitkomen op een vorderingensaldo van -2,3 % van het bbp. Het vorderingensaldo van entiteit II (Gemeenschappen, Gewesten en lokale overheden) zou in 2015 -0,5 % van het bbp bedragen. Tegenover 2014 zou de financieringsbehoefte van België dus duidelijk verbeteren, gezien zij evolueert van -3,1 % naar -2,7 % van het bbp. Deze daling valt te verklaren door de gunstige dynamiek van Entiteit I. Het vorderingensaldo van Entiteit II hield namelijk stand op –0,5 % in 2014 en 2015.
Sophie Wilmès heeft aldus vastgesteld dat de primaire uitgaven zich in 2015 gestabiliseerd hebben en dat de onderbenutting vorig jaar merkbaar verbeterd is. « Dit dubbel resultaat: stabiliteit van de uitgaven en belangrijke onderbenutting wijst op het strikte beheer van de regering tijdens het afgelopen jaar », verklaarde de minister.
De minister van Begroting heeft ook de merkelijke verbetering onderstreept omtrent de raming van de Belgische schuld. Die zou niet meer moeten uitstijgen boven 105,9 % van het bbp in 2015 tegenover 107,2 % zoals verwacht in de initiële begroting 2016, met name als gevolg van de terugbetaling door KBC van 3 miljard Euro aan Vlaanderen.
Ten behoeve van de volksvertegenwoordigers heeft Sophie Wilmès ook de laatste vooruitzichten, tot stand gebracht door de Europese Commissie voor 2015 en die van de Nationale Bank van België becommentarieerd.
De minister, die vastgesteld heeft dat er afwijkingen bestaan tussen deze prognoses en die van het Federaal Planbureau, heeft aangegeven dat die verschillen zich voornamelijk op drie niveaus situeren:
- de gebruikte basisgegevens;
- de berekeningshypotheses;
- de interpretatie van de maatregelen die de regering genomen heeft en van hun rendement.
De voornaamste begrotingsresultaten van het afgelopen jaar, bewijzen dat het deze regering menens is en dat ze stellig van plan is de overheidsfinanciën te saneren en de begroting op koers te houden.